Een klein gedeelte van de persoonlijke teksten, die in de Paraplufabriek tentoongesteld werden:

Ik heb geen zin om te decoreren, ik heb geen zin kijkobjecten te maken. Ik heb geen smaak, ik ben niet opgevoed met waardering voor kunst. Ik ben nog steeds de kleuter die verbaasd opmerkt dat het zand, dat tussen haar vingers doorglijdt, net zo werkelijk is als haar vader, die verderop de koeien melkt. Maar ik ben ook de tiener, die elke avond naar de sterren staart, die de heimelijk geliefde buurjongen een handkusje toewerpt en denkt beide dichterbij te krijgen als ze groter is. Als ze groter is, studeert ze biologie. Steeds verder ontrafelen, steeds meer details in de microscoop, ze zal het leven leren kennen. Ook dat meisje ben ik nog. Intussen heb ik veel geleerd en veel meegemaakt. Ik weet, dat het leven onkenbaar is, dat de ander onkenbaar is en ik heb het gevoel, dat ik slechts één van mijn vele mogelijke levens leid. Maar eigenlijk had ik het over iets anders willen hebben. Over het idee, dat kunst zichzelf op zou heffen in een ideale samenleving. En over het verlangen naar een situatie, waarin mensen geven.

Mijn werk is een onderzoek naar communicatie mogelijkheden in een wereld, waar ik alleen nog ik ontmoet. Vers les limites du soi où s'ouvre un monde plein de possibilités.

-division atelier. v.b. van division. In tweeën delen. De eerste keer, dat ik aan het thema in tweeën delen gewerkt heb, ging het om een bevestiging van een bestaande deelstreep in het basketbalveldje naast de school in Le Bar. Het werk heette toen ' Division affirmé'. De territoriumscheiding van de twee ploegen werd materieel en het spel onmogelijk in z'n oorspronkelijke opzet. Nieuwe spelregels, zouden een nieuw spel op kunnen leveren.

Eén van de mogelijkheden in de tentoonstelling in Forum, Nice, bestond uit een muur, die de ruimte in tweeën deelde. Je kan de Forumruimte van twee kanten binnenkomen en dus bepaalde je toevallige keuze of je een wand van schilderwerk zag of een wand van hout en doek. Geen verschil in benaderingswijze tussen het geschilderde en het niet-geschilderde, tussen voor en achterzijde; twee gelijkwaardige elementen, allebei gebruikt om van het schilderen een gebeuren op een grensgebied te maken. Twee elementen, die echter niet tegelijkertijd beleefd kunnen worden. Ze zijn gescheiden in de ruimte. De ruimte gebruikt om voor- en achterkant, die één zijn in het object, te scheiden. Om de inhoud van het object van zijn vorm te scheiden, om dat wat verschilt los te maken van dat wat overeenstemt. Maar scheiden betekent niet altijd onderscheiden. In het chaotische grensgebied heerst geen volledige duidelijkheid. Vorm kan inhoud worden, inhoud kan vorm worden. Kleine verschillen zijn voldoende om de één in de ander over te laten gaan, om u de wand als wand of als wand te laten ervaren. Maar als u door de opening in de muur loopt, dan kunt u, heel kort, even, precies op het moment, dat uw lichaam zich in de muur verbindt, de ruimte als èén ervaren. Op dat moment zijn de tegenstellingen weg, en bent u èén met datgene wat scheidt, zonder dat u in staat bent dat te beseffen. Eenheid bevindt zich op overgangen.

Elke uitspraak die jij doet brengt, me verder van jou. Elke vorm is verlies van mogelijkheden van contact met de ander. Communicatie is scheiding. Vreemd.

'Couloir'. Ingang, uitgang, verwisselbaar. Geschilderde, kant naar binnen gericht. Doorgang 70 x 180 cm.; op mijn maat gemaakt dus. Het is donker in de gang. Heel af en toe valt er een beetje licht door een kier tussen de schilderijen. Donker, eng, smal. Het is geen pretje door deze gang te lopen. Overgangsfase. Ingang binnendringen, uitgang uitgaan. Werdegang. Wordingsproces. Maar je gaat erin zoals je eruit komt en hoogstwaarschijnlijk doe je dat snel. Wie blijft er nou hangen in een enge, smalle ruimte, waar je amper kan ademhalen en die je 'niets' te zien geeft. Bovendien kan er elk moment iemand anders de gang inkomen en kan je geconfronteerd worden met die ander. Weg, wegwezen!

Een halve cirkel, geruststellend, zag je van buiten. Naar harmonie verwijzend. Ingang/uitgang verwisselbaar, Het leven als kringloop, eeuwigdurend, altijd jij. In gedachten verlengde je de halve cirkelvormige gang in de ruimte en je zag dag en nacht, vorm en tegenvorm, het bewuste en het onderbewuste. Over tegenstellingen gaat dit werk, denk je. Maar toen je uit de gang kwam, wist je beter. Het werk was een valstrik. Het daagde je, verleidelijk door z'n mooie vorm, uit tot handelen; tot deelnemen. Je gaat erop in, je stelt je open. Het werk toont verval, desintegratie, fragmentatie, het werk toont niets, het toont z'n ontoegankelijkheid. On-toe-gang-kelijkheid.

Vloeien, water, éénzijn, opgelost zijn. Vergeten, verliezen. Niets zijn.