'Devenir'
ESCA, Milhaud.

Het 'worden' hangt van de omstandigheden, in de meest ruime betekenis van het woord, af. Elk 'worden' heeft een contingente oorsprong. De geschiedenis van het 'worden' zit vol met relaties met het niet-worden. Om het 'worden' goed te begrijpen, is het niet genoeg om er de eigenschappen van op te noemen en de huidige omstandigheden te bepalen, maar je moet je ook rekenschap geven van alles wat met het proces van het 'worden' verbonden is; dus van het nietgewordene. Niet enkel als tegenpool van het gewordene, maar alles omvattend, in de hoop iets te raken van de essentie. 
In deze tentoonstelling laat ik o.a. een constructie van 46 schilderijen, die 'Abris' (schuilplaatsen) heet, zien. De schilderijen zijn gebruikt als bouwstenen en vormen drie volumes. De geschilderde kant is naar binnen gekeerd. Op verschillende plaatsen zitten er openingen in de constructies en door sommige kan je naar binnen gaan. Dat vraagt een zekere inspanning, je moet je buigen of op je buik gaan liggen. De opbouw van de schuilplaatsen lijkt niet goed doordacht te zijn. Ze lijken eerder het resultaat van een haastige improvisatie. Daarbij komt nog, dat men in de schuilplaatsen niet echt beschermd is. De constructies zijn te fragiel en er zijn teveel en te grote openingen. Het is een hachelijk 'worden' wat de kunstenares ons voorstelt. Als je in het woordenboek kijkt bij 'worden', dan vindt je "ontstaan", "tot stand komen" en "in een andere toestand komen". Men kan veronderstellen, dat dit werk ons toont, dat hiervoor instabiliteit en openheid naar de buitenwereld nodig is.

De constructie 'Abris' is slechts één van de 16 constructies, die ik met de computer voor ESCA ontworpen heb. Ik toon deze in de vorm van computertekeningen in een door ESCA uitgegeven boekje. Het 'worden' van één vorm en niet van een andere hangt vaak af van kleine en toevallige gebeurtenissen. Om de geworden vorm goed te begrijpen, moet je hem plaatsen in de contekst van de nietgeworden vormen.

Ik gebruik de computer om de vele gebruiksmogelijkheden van mijn schilderijen virtueel te realiseren. Dat kan alleen vanwege de aard van mijn schilderijen, die ik chaotisch noem.

Ik schilder met acryl, laag, na laag, na laag. Spetters, uitvloeiingen, vegen, alles kan. Uiteindelijk bereik ik, wat ik 'chaos' noem. Dan bezit het schilderij een oneindig karakter, zowel in de tijd (ik zou door kunnen gaan met schilderen zonder de essentie van een schilderij te veranderen) als in de ruimte (het samenbrengen van meerdere schilderijen verandert de essentie ook niet werkelijk, net zo min als een uitvergroting van 20x).

Het schilderen is een ontdekking van datgene, wat zich diep in mij bevindt en wat tegelijkertijd ver van mij is in het dagelijkse leven. Daar bevindt zich niet één waarheid, maar vele. Het is als een ritueel, wat me doet beseffen, dat de waarheid niet bestaat. De chaos, in de zin van het tegelijkertijd bestaan van meerdere waarheden is de enige ware orde; het begin en het eind, het alles en het niets inéén.

Het toeval en de intuïtie spelen een belangrijke rol tijdens het schilderen. Ik ga zo lang door dat het onmogelijk is er een andere interpretatie aan te geven, dan die van chaos. De absolute waarheid bestaat niet, maar in het dagelijks leven moet je steeds persoonlijke waarheden formuleren. Door mijn schilderijen als basiselementen voor samengestelde werken, waarin ik een gedeelte van mijn persoonlijke waarheid onthul, te gebruiken, plaats ik mij in de sociale realiteit. In elke constructie, waaraan een schilderij deelneemt, wordt een mogelijke waarheid geactualiseerd.

Voor het eerst toon ik ook enkele ingelijste schilderijen. Vanaf het begin heeft een klassieke presentatie tot de mogelijkheden behoord. Ik heb die mogelijkheid steeds afgewezen, omdat ik niet wilde, dat het begrip van mijn werk enkel bepaald werd door een schilderkunstige benadering.

Mijn schilderijen verschillen niet zoveel van elkaar. Het zijn in de eerste plaats schilderijen, zoals u en ik mensen zijn. Wij onderscheiden ons van elkaar door onze fysieke eigenschappen, maar vooral ook door het door ons geleefde. Het is niet precies hetzelfde, maar mijn schilderijen hebben ook een verleden, als integraal onderdeel van wat ze zijn. Daarom heb ik bij de schilderijen hun C.V. met alle gegevens, zoals die in de computer opgeslagen zitten, gehangen.

Op de muren van ESCA zijn uitvergrotingen van computertekeningen geplakt. Deze grafische beelden zijn ontstaan door manipulaties met de gegevens van mijn constructies en die van de ruimte ESCA. Het is een eenvoudige combinatie van de verschillende mogelijke constructies zijn, waarin de originelen nauwelijks herkenbaar zijn, of het zijn vreemdere beelden zonder duidelijke verwantschap met de originelen, waaruit zij ontstaan zijn.

In zekere zin zijn deze beelden een terugkeer van de ordening naar een chaotische staat. Dus naar een staat, waarin het 'worden' meer ontwikkelingsmogelijkheden zal hebben. Ik deed dit bewust en het leverde me beelden op, die me deden denken aan wat men in de natuurwetenschappen 'chaotische attractors' noemt. Ik vond dat leuk, want in deze attractoren zijn chaos en orde, zonder welke ieder 'worden' onmogelijk is, innig verweven.

Juni 1995.

(vertaling van tekst verschenen in Papiers Libres no. 2, uitgave ESCA. Zie ook in zelfde no. Lise Ott: Annie Abrahams, l'utopie d'une vérité affective.)
retour